De geboorte van (pake) Hielke Posthumus

In 1887 wordt mijn grootvader (of pake) Hielke Posthumus geboren op de boerderij aan de Wijgeast in Oudwoude. Op diezelfde boerderij zal ik later ook opgroeien, met dezelfde naam. Geen toeval, maar logisch verklaarbaar volgens de eeuwenoude regels van vernoemingen.

De geboorte van Hielke (Hielkes) Posthumus

Op 6 juli 1887 wordt Hielke (Hielkes) Posthumus geboren als zoon van Hielke (Tjeerds) Posthumus en Loltje (Wytzes) Faber. Hij is het tiende kind dat in het gezin wordt geboren, maar niet het laatste. Twee jaar later wordt nog Andries geboren als elfde in de rij. Van de in totaal elf kinderen in het gezin zullen er echter maar zes de volwassen leeftijd bereiken. Drie kinderen overlijden rond hun eerste levensjaar, een op vierjarige leeftijd en een op 12 jarige leeftijd. Uitzonderlijk? Ja, toch wel enigszins. Aan de ene kant was de 19e eeuw berucht vanwege de hoge zuigelingensterfte van soms 20 tot 30% (zie bijvoorbeeld dit medisch artikel). Een belangrijke oorzaak hiervan was de slechte algemene hygiëne en vooral bij flesvoeding. Aan de andere kant overleden de kinderen in dit gezin op een leeftijd van 1 tot 12 jaar, dus niet als hele jonge zuigeling. Het is speculatief, maar misschien dat juist het stoppen met borstvoeding rond het eerste levensjaar hier een rol heeft gespeeld.

Vernoemingen in de familie

Dat ik dezelfde naam draag als mijn grootvader is natuurlijk geen toeval. Tot in de jaren zestig was het eerder regel dan uitzondering om kinderen te vernoemen naar familieleden. Dit gebeurde volgens een redelijk vast stramien. Als eerste werden de grootouders vernoemd en daarna de ooms en tantes. Bij een jongen werd aan vaders kant gestart en bij een meisje aan moeders kant. Bij elke volgende zoon of dochter werd naar de andere kant vernoemd. De eerste zoon werd dus naar vaders vader vernoemd, de tweede zoon naar moeders vader, de derde zoon naar vaders oudste broer, de vierde naar moeders oudste broer, etc. De eerste dochter werd naar moeders moeder vernoemd, de tweede naar vaders moeder, etc. De volgorde werd soms aangepast als een te vernoemen familielid al was overleden. De overledene kon dan voorrang krijgen boven de nog levende familieleden. Als er veel zonen of juist veel dochters werden geboren, werd het patroon soms ook doorbroken. Een zoon kon dan de mannelijke variant van grootmoeders naam krijgen en omgekeerd. Overleed een kind dan werd een navolgend kind opnieuw naar datzelfde familielid vernoemt. Het resultaat is duidelijk herkenbaar in de stamboom.

Patroniemen

Vóór de invoering van de burgerlijke stand in 1811 bestonden er geen formele regels voor achternamen of familienamen. De naam bestond dan meestal uit een voornaam en het patroniem, oftewel de naam van de vader. Dit gold zowel voor mannen als voor vrouwen. Ook na de invoering van formele familienamen bleef deze gewoonte nog bestaan tot in het begin van de 20e eeuw. Zo wordt mijn overgrootmoeder Hendrikje Postma in veel officiële documenten ook vaak aangeduid als Hendrikje Kornelis Postma of als Hendrikje (Kornelis) Postma. Ook de schrijfwijze van voornamen is niet altijd eenduidig. In plaats van Hielke, kom ik ook Hylke en Hijlke tegen voor dezelfde persoon.

En verder ..

Rondom de geboorte van mijn grootvader Hielke zitten in ieder geval minder vraagtekens dan bij die van mijn grootmoeder Jantje. Het is duidelijk waar hij is geboren en wie zijn ouders, broers en zussen waren. Volgende keer ga ik verder in op de achtergrond van zijn ouders. De foto bij dit artikel is dit keer afkomstig uit de eigen familiecollectie en is waarschijnlijk in 1967 genomen. Het toont mijn grootvader Hielke en grootmoeder Jantje voor hun huis in Kollum. Tussen hen in zit de schrijver zelf.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *