In de jaren dat ik zelf op de boerderij aan de Wijgeest woonde, was de stichting Neerbosch de eigenaar en verpachter van de boerderij en het meeste land. In dit artikel ga ik in op de achtergrond van de stichting. Hoe kwamen ze aan dit bezit, waarvoor diende het, wat is er van de stichting geworden.
Hoog bezoek
Uit mijn jeugd kan ik mij nog herinneren dat nu en dan een delegatie van een kerkelijke stichting op bezoek kwam. Dit was niet zomaar een informeel bezoekje maar een zorgvuldig voorbereide aangelegenheid. Om te beginnen werd het bezoek ontvangen in de “zondagse kamer”. Het werd vervolgens verwend met eten en drinken dat bij onszelf nooit op tafel stond. En uit de kast kwam het goede servies waar we anders alleen naar mochten kijken. Tijdens het bezoek werd van ons kinderen verwacht dat we buiten het gezichtsveld bleven, wat we dan ook keurig deden. Van wat er besproken werd heb ik dan ook nooit wat meegekregen, behalve dat het serieuze grote-mensenzaken waren.
De stichting Neerbosch
Op de legger uit het archief van het kadaster staat bij eigenaar de volgende omschrijving: Neerbosch bij Hees, Weesinrichting opgericht door den Heer van ‘t Lindenhout. Uit de stukken kan ik herleiden dat de stichting vanaf 1913 eigenaar was van de boerderij en vanaf 1917 van de meeste bijbehorende percelen land. Dit bezit kwam uit de nalatenschap van Anna Frederica Everdina barones van Goltstein. Van de GenWiki site komt de volgende informatie:
Anna Frederica Everdina barones van Goltstein geboren Hamburg 29 maart 1829, overleden Putten 19 april 1917, trouwde ‘s-Gravenhage 6 maart 1856 met Frederik Willem Jacob van Aylva baron van Pallandt, geboren Oudwoude 20 september 1826, overleden Vanenburg 27 januari 1906, zoon van Hans Willem van Aylva baron van Pallandt Van Waardenburg en Neerijnen en Constantia Catharina Wilhelmina van Scheltinga.
De barones overleed in 1917 zonder “bloedverwanten in de rechte lijn”. Het grootste deel van haar nalatenschap werd op basis van haar testament overgedragen aan de stichting Neerbosch. Hiermee kwam een einde aan enkele eeuwen van particulier adellijk bezit.
De Weesinrichting
In 1863 opent Johannes van t Lindenhout een weeshuis in een oude herberg in Nijmegen. Hij is dan een bevlogen evangelist die zich het lot van de wezen aantrekt. Met financiële hulp van welgestelde vrienden en kennissen slaagt hij er in om het weeshuis steeds verder uit te bouwen. Uiteindelijk wordt het een compleet zelfvoorzienend kinderdorp met kerk, school en werkplaatsen. De foto bij dit artikel geeft een goed beeld van de omvang van het dorp. Vanaf 1960 verschuift het accent van zorg voor wezen naar de algemene jeugdzorg. Deze omschakeling en de veranderende eisen aan instellingen zorgen er voor dat veel van de oorspronkelijke gebouwen van Kinderdorp Neerbosch in de jaren zeventig worden afgebroken. De oude kerk is echter blijven staan en fungeert nu als museum van de stichting. Wat verder resteert is een mooi park met daarin een aantal jeugdzorgpaviljoens.
Het pachtgeld goed besteed
Voor het gebruik van de boerderij en het bijbehorende land moest een jaarlijkse pacht worden betaald. In 1890 was dit 1400 gulden per jaar. Rond 1970 zal dit zo’n 20 tot 30 duizend gulden per jaar zijn geweest (in euro’s 9 tot 14 duizend). Hiervan kun je natuurlijk geen weeshuis of jeugdzorginstelling bekostigen. Toch doet het me deugd dat de opbrengst van de boerderij gedurende zestig jaar een bijdrage heeft geleverd aan de zorg voor wezen en jeugd in en rondom Nijmegen.