Na een aantal maanden met voornamelijk speurwerk in archieven, boeken en websites, is het tijd voor veldonderzoek. Als eerste is de omgeving van Rottevalle aan de beurt, waar de families Faber en Van Dijk woonden. Dit combineer ik met een bezoek aan Frieschepalen.
Met mijn zus en broer had ik al eerder afgesproken dat we er op uit zouden gaan als het voorjaar werd. Met het frisse groen dat nu overal tevoorschijn schiet lijkt dit een mooi moment om op de fiets de woonomgeving van onze voorouders te verkennen. Het beginpunt is Rottevalle, de geboorteplaats van onze betovergrootouders Wijtze Faber en Hijlkjen van Dijk. Omdat ik in de familiekoffer ook een kwitantie tegenkwam voor de betaling van grafrechten in Rottevalle, lijkt het kerkhof een interessante plek om te starten.
Het kerkhof van Rottevalle
Aan de Buorren in Rottevalle staat de Hervormde Kerk, een eenvoudige zaalkerk uit 1723. Eromheen ligt het kerkhof waarvan het grootste deel zich achter de kerk bevindt. We maken een rondje over het kerkhof op zoek naar verbanden met Faber en Van Dijk uit het begin van de 19e eeuw. Bij een van de eerste stenen die ik tegenkom aan de straatkant is het al raak. Op twee naast elkaar staande stenen kom ik de namen tegen van het echtpaar Atze Tjerks van Dijk en Janke Bosma. Atze was de broer van mijn betovergrootmoeder Hijlkjen van Dijk. In het artikel over de herberg van Rottevalle komen ze beiden voor. Even verderop is er ook een connectie met Wijtze Faber. Op een steen staan de namen van Hiltje en Hielkje Jans Faber, geboren in respectievelijk 1870 en 1876. Zij zijn de kleindochters van Wijtze Faber, kinderen van zijn oudste zoon Jan. Van Wijtze Faber en Hijlkjen van Dijk zelf is er helaas geen spoor meer. Ook van Loltje Faber, hun dochter en mijn overgrootmoeder, is niets te vinden.
De herberg en jeneverstokerij
Vanaf de kerk fietsen we een kort stukje over de Buorren en dan rechtsaf naar de herberg op het Muldersplein. Deze ligt midden in het dorp, precies zo als ik het me had voorgesteld op basis van de foto’s en kaarten. Achter het statige voorhuis liggen de schuren waarin vroeger de koetsen en paarden werden gestald, maar die nu dienst doen als vergader- en feestlocatie. Schuin tegenover de herberg ligt de voormalige stokerij. Aan de buitenkant is niets te zien wat daaraan herinnert. Opvallend is dat zowel de herberg als de stokerij een voorhuis hebben dat dwars op de richting van de schuur is gebouwd. De nok van de schuur zit aan het voorhuis vast en steekt daar net boven uit. Een bijzondere constructie die ik verder nergens in het dorp zie en ook nog niet eerder ben tegengekomen.
Op de pedalen naar Frieschepalen
Vanuit Rottevalle fietsen we naar Frieschepalen. Deze plaats werd in onze familie altijd genoemd als een belangrijke oorsprong van de familie Posthumus. Wat ik tot nu toe heb kunnen terugvinden is dat waarschijnlijk mijn betovergrootouders Tjeerd Posthumus en Foekjen Tolsma in deze omgeving zijn geboren om later in Opeinde te gaan wonen. Zie ook het artikel over Hielke (Tjeerds) Posthumus. Dat de vader van Foekjen banden had met Frieschepalen is wel duidelijk. Ik vind een aantal notariële aktes die hem koppelen aan zowel de herberg als de tolweg van Frieschepalen. Hier ga ik in een volgend artikel nog op terugkomen.